Eva van Otterlo | Taalkundige

Van achtertuin tot werkblad

Eva van Otterlo (1970) is opgeleid tot neerlandica, werkte in het bedrijfsleven en richtte in 2009 haar eigen bedrijf op: De Bovenkamer tekst & advies. Ze zet mensen aan het denken en hoopt dat zij haar aan het schrijven zetten. Ze wil weten hoe machines werken of wat de logica is achter een visiestuk. De antwoorden geven haar inzicht in een bedrijf, de identiteit, denkwijze en de te zetten stappen. Ze verstaat de kunst van het herschrijven van documenten, van het confronteren met dat wat ze opmerkt en van het blootleggen van de essentie. Met een heldere blik geeft ze betekenis aan de visie van een bedrijf. Ze ver-TAALt die visie in kernbegrippen en met tekst brengt ze de boodschap onder woorden. Eva heeft een man, zoon van 20 en dochter van bijna 18. Meer weten over hoe ze werkt? Check haar website.

‘Ik ben taalkundige omdat ik Nederlands heb gestudeerd. Van alle afstudeerrichtingen past taalkunde het meest bij me. Eind vorig jaar ben ik opnieuw gaan nadenken over mijn propositie. Ik heb een nieuwe website en nieuwe visitekaartjes laten maken. Daar staat het woord ‘tekstschrijver’ niet op. Ik wil niet een van de driehonderd tekstschrijvers zijn in de stad en ‘taalkundige’ is anders. Ik heb het op LinkedIn ook achter mijn naam gezet. Het is een experiment en vooralsnog levert het wel wat op. Mensen vinden het interessant.

Mijn werk doe ik vooral in de bovenkamer, in mijn eigen hoofd. Dat kan overal, want ‘die heb ik altijd bij me’. Tijdens het wandelen, in de auto, of achterin de tuin; ik denk altijd na. Natuurlijk heb ik ook een fysieke werkplek, die is nu een half jaar oud. Het is de fijnste plek ever. We hebben geen groot huis en we hebben nooit echt verbouwd, maar vorig jaar zijn we de keuken gaan verbouwen. Het is de Piet Zwart keuken van Bruynzeel geworden. Ook hebben we een muurtje doorgebroken en er een stuk aangebouwd. Dat is nu mijn werkplek.

‘Mijn werkplek is echt mijn hoekje met een soort altaar op het kleine vensterbankje’

Ik doe mijn werk aan een werkblad van beukenhout, vier centimeter dik. Onder het bureau zit een verwarming. Ik zit op een fraaie designkruk met rode ribbekleding voor het raam en kijk naar ons tuintje. Dat is nu helemaal op orde, want door corona hebben we daar nu tijd voor. Achteromkijken naar onze keuken is heel fijn. Ik ben er elke dag nog helemaal blij mee. Het is een jarenvijftigkeuken en alle elementen hebben daar iets mee te maken, van theedoek tot rekje. Aan zo’n rekje hangen mijn tassen en een gedichtje, plus een collage over mezelf. Het is echt mijn hoekje met een soort altaar op het kleine vensterbankje. Allemaal mijn dingetjes en snuisterijtjes zoals een kerstslinger met koperen ballen.

Op de muur zit behang met de amandelbloesem van Vincent van Gogh. Op mijn bureau staat een ouderwets lampje, spul om de computer mee schoon te maken en een blikje met roosjes voor pennen, een schaar en elastiekjes. Verder heb ik hier een puntenslijper van mijn vader en een klein trouwboekje van 7 bij 5 centimeter, dat we destijds cadeau hebben gekregen bij het grote boek. Een potje nagellak, natuurlijk kauwgum, een briefje waar op staat dat ik mijn rijbewijs moet verlengen en een herinnering aan mijn eerste communie. Ook heb ik een mooi porseleinen hartje met centjes, nu 12 euro, voor als er iemand aan de deur staat voor een collecte.

‘Als ik de vibe voel, kan ik uren zitten schrijven’

Ik wilde een cursus Zakelijk tekenen gaan volgen maar die gaat helaas niet door vanwege corona. Ik ben wel gestart met tekenen. Daarvoor heb ik speciale kleurpotloden, fineliners en stiften gekocht bij de hobbywinkel, in de kleuren van mijn nieuwe huisstijl. Ik zit nu geregeld te tekenen en dat voelt heerlijk. Ik werk prettig als ik de vibe van binnen voel. Dan kan ik uren zitten schrijven achter mijn computer. Ik heb op zo’n moment tijd voor mezelf nodig; niemand komt dan de keuken in. Heel onhandig eigenlijk.

Mijn man en kinderen zijn vaak naar werk of school. Normaal gesproken dan. Nu hebben we de ruimten in huis verdeeld. De keuken is van mij en mijn man zit in de woonkamer. Hij heeft altijd een koptelefoon op. Ik niet, ik vind dat vervelend. Ik werk graag in stilte. Het geluid van de vaatwasser kan net, maar liever niet. Ik heb ook een werkplek bij StartUp Nijmegen. Daar zijn veel mensen. Ze werken, pingpongen of halen koffie. Je moet er kunnen werken, maar dat lukt mij minder goed. Ik laat me daar ook afleiden en er is altijd wel iemand in voor een geintje. Voor werk ga ik er niet naartoe, voor netwerk wel. Ik praat veel met mensen over wat ze aan het doen zijn en soms zijn er projecten waar ik bij kan aansluiten.

‘Wat ik ga doen en wat ik aantrek, bedenk ik in bed’

Ik heb totaal geen vaste dagindeling. Ik sta op als ik wakker word, dat is tussen half acht en half tien. Dan pak ik eerst mijn telefoon en kijk naar de berichtjes die ik heb gemist. Meestal blijf ik dan nog een uurtje in bed om mailtjes te beantwoorden, berichtjes te lezen en te sturen. We hebben geen tv meer op de slaapkamer en vaak kijk ik op mijn mobiel naar het journaal om te weten wat er speelt in de wereld. Als ik uit bed stap, weet ik wat ik ga doen die dag. Ik laat me leiden door mijn agenda. Als ik afspraken heb, pas ik daar mijn kleren op aan. Wat ik ga doen en wat ik aantrek, bedenk ik allemaal in bed.

Nu is het rustiger en daardoor hoef ik minder vooruit te plannen. Ik ga wel elke dag weg, meestal met de auto. Ik weet dat het niet oké is – ik zou meer kunnen fietsen. Het is echter niet alleen luiheid maar ook vrouwelijk-hormonaal; ik wil niet bezweet aankomen op een afspraak. Toen ik jaren geleden tussen twee banen in zat, heb ik bedacht dat ik altijd een doel moet hebben op een dag. Op dat moment was dat naar het tuincentrum gaan, of naar de supermarkt, naar mijn moeder, of iets schilderen. Dat zette ik dan in mijn agenda.

‘Ik schrijf bewust dingen op en zie aan mijn agenda hoe druk ik het heb’

Als iets in mijn agenda staat, dan doe ik het ook. Schrijf ik het op, dan is het waar. Anders ga ik het niet doen. Ik schrijf daarom bewust dingen op en zie aan mijn agenda hoe druk ik het heb. Dat voel ik dan ook. Misschien had ik het eigenlijk eerder moeten voelen, maar ik voel het vaak pas als ik het zie. In mijn digitale agenda werk ik met verschillende kleurtjes. Geel is voor sport, donkerrood voor declarabele uren, lichtrood voor zakelijke uren die niet direct declarabel zijn, blauw voor kopjes koffie met mensen en groen voor overig. Ik kan overal bij mijn agenda, ook op mijn mobiel en dat is handig. Toch doe ik het pas een jaar zo, na lang aanraden van anderen.

Nu heb ik niet veel zakelijke afspraken maar ik doe wel dingen, want een lege dag is bijna beangstigend. Wat moet ik dan doen? Ik vind dat niet prettig en probeer daarom altijd iets te bedenken, het liefst twee dagen van tevoren. Het hoeft niet groot te zijn. Met wandelen en een telefoontje plegen kan mijn dag zinvol zijn. Het helpt wel om iets te doen, als een soort houvast. Daarbij ben ik altijd op zoek naar de balans: doe ik voldoende niks? Heb ik voldoende rust? Wat dat betreft is de coronatijd heel aangenaam.

‘Een writers’ block en deadlines ken ik niet’

Het echte werk doe ik met mijn ogen dicht, achterin de tuin, het liefst in kleermakerszit. Dan komt het gevoel, de rust en de vibe. Ik denk na over wat ik moet doen en waar het over gaat. Heb ik een interview gehad, dan bedenk ik wat die persoon precies zei. Het creatieve proces gaat werken. Daar maak ik dan korte notities van. Dit is een belangrijke fase in mijn werkproces. Dan komt eruit wat mij raakt. Als ik ergens mee vastloop, laat ik het los en ga wat anders doen.

Het moment komt altijd. Soms ’s nachts. Dan tik ik als de sodemieter notities in mijn mobiel, soms wel een heel A4. Een writers’ block ken ik niet. Deadlines heb ik ook niet. Als iets vrijdag af moet zijn, ben ik woensdag klaar. Om inspiratie op te doen, ga ik soms in het Goffertpark zitten. Bij de kinderboerderij op een bankje richting het park. Niet alleen in de zomer, ook in de winter. Ik neem dan een kladboekje mee en wacht. Het werkt altijd.’

Vergelijkbare verhalen