Tim de Hullu | Journalist/biograaf

Van rouwadvertentie tot kantoorplant

Tim de Hullu (38) is journalist met een grote voorliefde voor menselijke verhalen achter de grotere gebeurtenis. Al jaren schrijft hij voor het AD Utrecht Nieuwsblad korte biografieën van overleden mensen uit de regio Utrecht, opgetekend uit gesprekken met hun nabestaanden. Hij vindt dat zulk mooi en dankbaar werk dat hij sinds 2015 levensverhalen schrijft in boekvorm. Als biograaf doet Tim wat hij het liefst doet: levensverhalen schrijven. Over mensen die er niet meer zijn, maar ook voor mensen die hun eigen memoires willen vereeuwigen op papier. Daarvoor stelt hij veel vragen, maar luistert nog meer, zodat er ruimte is voor bijzondere anekdotes en emotionele verhalen. Hij spit en hij graaft, schrijft en schaaft. Net zo lang tot het verhaal gaat leven, de hoofdpersoon (opnieuw) gaat leven en hij dat leven kan vangen in een boek. Tim woont samen met zijn vriendin Elise en hun twee kinderen van 4 en 8. Lees meer over zijn werk op zijn website.

‘Jaren geleden verhuisde ik van Nijmegen naar Utrecht, voor de liefde. Ik heb er toen bewust voor gekozen om voor mezelf te beginnen. Ik heb het Utrechts Nieuwsblad benaderd en kon daar aan de slag als bureauredacteur. Dat heb ik drie dagen gedaan. Hele dagen op kantoor zitten vond ik helemaal niets. Ze hebben me toen gevraagd voor een rubriek met levensverhalen van overleden Utrechters en die verzorg ik nu sinds 2011. Het was een mooie spoedcursus om Utrecht en Utrechters te leren kennen.

Het zijn verhalen vanuit meerdere perspectieven, met een lach en een traan. Mooie anekdotes en ik kom in voetbalkantines tot villawijken. Op mijn bureau ligt altijd een stapel rouwadvertenties die ik scan op bijzondere dingen, zoals bijvoeglijke naamwoorden of een aparte afbeelding. Als er staat dat iemand ‘leefde in eenvoud’, denk ik niet meteen dat het een mooi verhaal oplevert. Natuurlijk heeft iedereen een verhaal, maar ik moet wel getriggerd raken door bijzondere dingen.

‘Ik probeer zelf voor neutrale energie te zorgen’

Ik was net met de rubriek begonnen, toen ik een rouwadvertentie zag van een man van mijn leeftijd. Twee dagen na zijn overlijden was zijn zoontje ter wereld gekomen. Ik heb toen met alle tact zijn vrouw gemaild en zij wilde wel meewerken. Dan zit je daar in huis bij een moeder met een baby, dat is echt een triest verhaal. Ik probeer zelf voor neutrale energie te zorgen, zodat mensen makkelijk willen vertellen over iemands leven en karakter. Ik wil dat lezers de persoon in mijn verhalen herkennen.

Ik doe veel op intuïtie. Op een gegeven moment vroeg ik mij af wat bij mij past qua werk. Ik ben toen op bed gaan liggen en in een soort meditatie ontstond het idee voor biografieën. Daar heb ik in eerste instantie niks mee gedaan, maar een jaar later had ik een gesprek met de weduwe van een overleden worstelaar. Halverwege het interview werd zij emotioneel en vertelde dat haar man altijd een boek over zijn leven had gewild. Ze vroeg mij of ik dat wilde maken en dat is mijn eerste biografie geworden, een speurtocht door het leven van Nol.

‘Het is luxe met een systeemplafond, voor een prikkie’

Mijn schrijfwerk doe ik in LOU Oudenoord, een project van een stel uit Amsterdam vanuit de filosofie dat leegstand slecht is. Ze geven ruimten in dit oude verzekeringspand in bruikleen aan 150 creatieve ondernemers. Ik ben naar binnen gewandeld en heb gevraagd of er plek is. Ik zit er nu anderhalf jaar en kan tot februari blijven. Een lot uit de loterij. Ik kan niet tegen een kantoortuin, daar ben ik snel afgeleid. Meerdere keren heb ik het geprobeerd, maar het is niet mijn ding. Toen ik een werkruimte zocht, was mijn wens een eigen kantoor met horeca en dat heb ik gevonden. Het is luxe met een systeemplafond, een fantastisch mooi pand.

Via een mooie gestoffeerde trap met veel groen – het is bijna paleisachtig – ga je naar de eerste verdieping. Vanuit mijn kamertje van 3 bij 3 kijk ik uit op een parkeerterrein met graffiti, mooi is dat. Dan wat huizen en daar stijgt de Utrechtse Dom bovenuit. Een beetje verborgen op het moment, omdat hij wordt gerenoveerd. Als het donker wordt, gaat via een sensor vanzelf het licht aan op mijn kamer. Ik heb echt het gevoel van een directeur. We hebben een gezamenlijk keukentje en een restaurant op de benedenverdieping, daar haal ik vaak mijn lunch.

’s Ochtends moet ik wel koffie hebben en gelukkig hebben ze hier beneden bij Karibu Café goede koffie. Tegenover Lou zit verder een nieuw koffietentje van een Marokkaans stel, daar ga ik vaak naartoe. Ook ga ik vaak buiten lunch halen. Op straat word ik gevoed; ik krijg energie van de mensen die ik tegenkom. Ik heb ook fijne buren in het pand. Ik hoef geen geouwehoer tegenover me, maar vind het wel leuk op de gang. Je zit hier voor prikkie maar je moet ook iets terugdoen voor de gemeenschap, zoals de planten verzorgen of een borrel organiseren. Dat is leuk en je krijgt er dingen voor terug.

‘Ik heb een afgedankte net-niet-palm met van die korrels’

In een hoek van mijn werkkamer staat een wereldbol van mijn opa en aan de muur hangen een eigen gedicht over de Dom, enkele filosofische vragen van een kinderfilosoof en een kunstwerk met de contouren van Bryan Ruiz, voormalig spits bij FC Twente. Zo heb ik toch een beetje mijn Twentse roots in dit Utrechtse kamertje. Ik heb ook twee planten uit het plantenasiel, een mooi initiatief voor afgedankte planten. Veel van die grote kantoorplanten in een bak met van die korrels. Ik heb een net-niet-palm.

Verder heb ik een zwarte bureaustoel aan een Ikea-bureau en nog een bureau dat op iemand staat te wachten. Ik heb dat neergezet in de hoop dat ik ooit iemand kan aannemen. Op mijn bureau staat een groot beeldscherm van een bevriende fotografe, bovenop negen biografieën van Nol. Ik kreeg rsi van dat laptop-geneuzel. Laatst heb ik ook een printer aangeschaft. Ik wil het liefst volledig digitaal werken maar het is toch wel prettig om transcripties op print te kunnen nalezen en belangrijke zaken eruit te halen.

In het raam staat een fotonegatief in glas gebrand, van een Utrechtse basisschoolklas. Het zijn dingetjes die passen bij wat ik doe. Ik probeer er een Tim-ruimte van te maken. Wat ik echt nodig heb, is daglicht en een goede sfeer in de omgeving. De Oudenoord is de lelijkste straat van Utrecht, maar ik vind dat wel mooi. Ik haal inspiratie uit mijn directe omgeving en contact met de buitenwereld. Veel heb ik niet nodig.

‘Ik houd niet van vastigheid en kan niet een hele dag op kantoor zitten’

Ik zit niet alle dagen van de week bij LOU. Donderdag is papadag en maandag thuiswerkdag, voor de rest zit ik hier. Interviews doe ik graag ’s ochtends, dan kan ik ze in de middag uitwerken. Om 15.00 uur ben ik qua schrijven op mijn best. Tegen de deadline, vlak voordat ik naar huis moet. Ik werk goed onder druk en geen dag ziet er hetzelfde uit. Ik houd niet van vastigheid en kan niet een hele dag op kantoor zitten. Voor de krant moet ik elke week een afspraak plannen, maar eigenlijk heb ik elke dag wel afspraken. Een volle dag schrijven is lastig; het is moeilijk om focus te houden. Soms ga ik even een kop koffie drinken met andere creatieve ondernemers. Dat is meteen goed voor mijn netwerk en exposure.

Soms kijk ik ook naar Veronica Inside, even wat luchtigs tussen de zware verhalen door. En ik zit veel te veel op Facebook en LinkedIn. Dat zijn verslavingen die enorm afleiden. Het is niet de bedoeling, want ik heb genoeg werk liggen, maar uitstelgedrag zit er bij mij wel in. Deadlines voor biografieën zijn ruim, die kunnen niet snel klaar zijn. Het is geen productiewerk. Ik woon nu in Vleuten, in een nieuwbouwwijk, en op de fiets is het een half uur naar LOU. Op de Gele Brug bij de Douwe Egbertsfabriek kom ik altijd op ideeën, heel apart. Vaak gedichten of liedjes. Of ik krijg op weg naar huis nieuwe inzichten.’

Eigen gedicht over de Dom

Vergelijkbare verhalen