Carolien Dircken | tekstschrijver/copywriter

Van campingtaartje tot lummelplek

Carolien Dircken (37) heeft op haar visitekaartje staan: ‘Tekstschrijver (maar zeg gerust copywriter of contentspecialist)’. Ze schrijft webteksten, advertorials, campagneteksten en mailings voor bedrijven, maar ook columns, interviews, lesmateriaal en achtergrondverhalen voor uitgeverijen en (vak)bladen. Haar liefde voor (spelen met) taal uit zich de laatste jaren ook in gedichtjes, die ze – al dan niet op verzoek – schrijft. Ze woont in Utrecht met haar vriend en zoons van 4 en 7. Meer over haar werk lees je op haar website.

‘Dit is mijn tiende jaar als zzp’er. Ik begon als freelance journalist voor (publieks)tijdschriften en dagbladen, maar na een tijdje wilde ik wat meer ‘op verzoek’ gaan schrijven. Daarom ben ik me gaan verdiepen in webteksten en contentmarketing en me als tekstschrijver steeds meer op bedrijven gaan richten. Dat blijkt me goed te liggen. Ik vind het geweldig om mensen te interviewen en word heel gelukkig van het spelen met taal. Ik hou van korte en krachtige teksten, met een beetje humor en luchtigheid erin. Daar leent commerciële copy zich prima voor.

Omdat ik vooral werk als de kinderen naar school zijn, dwing ik mezelf om creatief te zijn tussen 9 en half 3. Dat is niet altijd even makkelijk. Soms broed ik overdag uren op een tekst die er ’s avonds binnen een halfuur uitrolt. Het helpt als ik een timer-app gebruik, waarmee ik 20 minuten aaneengesloten werk en dan 5 minuten pauze neem. Dan laat ik me minder afleiden.

‘Soms zijn er dagen waarop ik vooral de backspaceknop gebruik’

Er zijn dagen waarop ik heel hard werk en heel tevreden ben over de woorden die in me opkomen, maar er zijn ook dagen waarop ik vooral de backspaceknop gebruik. Ik accepteer dat zulke dagen erbij horen en vertrouw erop dat er altijd weer inspiratie komt. Vaak gebeurt dat op de vreemdste momenten: als ik bij vrienden ben of in bed lig. Maar soms is het ook gewoon een kwestie van blijven schrijven: hoe meer je typt, hoe meer er gebeurt in je hoofd. Ik vind het daarom heerlijk dat ik zelf kan bepalen wat ik wanneer doe.

Ik bepaal ook zelf waar ik werk. De afgelopen maanden zat ik door corona veel thuis, maar ik ben blij dat ik nu weer de deur uit kan om naar mijn werk te gaan. Sinds eind 2017 werk ik in verzamelgebouw De Stadstuin, aan de Europalaan in Utrecht. Samen met een goede vriendin, die ook tekstschrijver is, deel ik een kantoorruimte van 20 vierkante meter. We hebben het plafond laten spuiten, de muren gewit en er wat sfeer in aangebracht met tijdschriften aan de muur en wat planten. Het is heel fijn om een plek te hebben die van mij is, waar mijn spullen staan en waar ik in alle rust kan werken. Zeker nu.

‘Op de fiets naar mijn werk is een lekkere tocht van een half uur’

Vier dagen per week werk ik meestal tot twee uur, zodat ik om half drie mijn kinderen kan ophalen en op woensdag kan ik de hele dag werken. Hoe vaak en hoe lang ik in De Stadstuin ben, wisselt heel erg. Soms ben ik er bijna elke dag, soms kom ik er weken niet. Maar net waar ik zin in heb, of waar ik afspraken heb. Ik woon best een eind van mijn werkplek. Het liefst ga ik er op de fiets heen, want het is een lekkere tocht van een half uur, maar soms ga ik voor snelheid en gemak en pak ik de auto.

De werkdag start voor mij met koffie. Nog voor ik mijn laptop heb opengeklapt, zorg ik dat er koffie op mijn bureau staat. En op dat van mijn kantoorgenoot. Soms haal ik ook nog een luxere koffie voor ons, in de bar beneden. We zorgen allebei regelmatig voor een goede lunch of iets lekkers als brandstof. Mijn specialiteit? Campingtaartjes: eierkoeken met aardbeien. Simpel, maar zo’n goede ochtendsnack. We zijn meer met eten en werken bezig dan met schoonmaken. We zeggen vaak tegen elkaar dat we eens zouden moeten stofzuigen. Om dan weer op te gaan in onze teksten.

‘Regelmatig hangt een van ons op onze lummelplek: de bank’

Ik las laatst dat Annie M.G. Schmidt, in de ogen van anderen, regelmatig lag te ‘lummelen’. Dat was voor haar een goede manier om haar hoofd aan het werk te zetten en te bepalen welk woordje het beste klonk. Ik vind dat een mooi en herkenbaar beeld. Wij hebben in ons kantoor ook een lummelplek: de bank. Regelmatig hangt een van ons op die bank. Gewoon, om even anders naar de dingen te kijken. Ik heb er vaak pen en papier bij in de aanslag.

Sinds een paar jaar schrijf ik gedichtjes, of versjes, hoe je het ook wilt noemen. Vaak helpt zo’n lummelmoment om een beeld te zien waarmee ik aan de slag kan. Dan ga ik gewoon schrijven en zie wel wat er uitkomt. Soms is het bruikbaar, soms niet. Tijdens de lockdown ben ik gedichtjes gaan schrijven op verzoek van vrienden én vreemden en ik volg nu via Zoom een dichtcursus, in de avonden. Dat is fantastisch. Spelen met taal én op verzoek schrijven, maar dan op een andere manier. Het helpt me om beter te worden in mijn werk, om te horen hoe zinnen klinken en te bedenken of ik het op een originelere manier kan zeggen. Grappig dat je jezelf zo steeds opnieuw blijft uitvinden.’

Vergelijkbare verhalen