Grieta Spannenburg | weerschrijver

Van tuinkussenstudio tot verwarmingsposter

Grieta Spannenburg groeide op in Apeldoorn en studeerde milieukunde in Deventer. Als mediameteoroloog bij Meteo Consult (later MeteoGroup) schreef ze honderden artikelen en weerverhalen voor de website Weer.nl. Ook werkte ze als coauteur mee aan de boeken Klimaat in beweging (2005) en Hollandse Wolkenluchten (2009). Na zestien jaar als mediameteoroloog ging ze aan de slag als inhoudelijk tekstschrijver bij het RIVM, bij de Dienst Milieu en Gezondheid, afdeling Ruimtelijke Vraagstukken. Tweeënhalf jaar later begon ze haar eigen tekstbedrijf Tekstkameleon en keerde als flexkracht terug bij MeteoGroup. Voor de marketingafdeling schreef ze artikelen over onder meer weerkundige modelleringen, expertise van ex-zeevarenden en meteorologische begeleiding van festivals. Allemaal teksten waarvoor ze putte uit interviews en weerkennis. Sinds 2020 levert ze tekstwerk aan allerlei klanten, bijvoorbeeld de dagelijkse weerberichten voor het NRC en het RD. Grieta is met haar vriend – hij is geboren met een regenmeter in zijn hand –voor het weer van Nijmegen naar Arnhem verhuisd. Het regent daar nu eenmaal vaker. Meer over Grieta op haar website.

‘Mijn werkplek in het souterrain is nog vrij nieuw. Eerst zat ik boven in de woonkamer omdat het beneden te koud was. Het blijft experimenteren waar ik het beste kan werken in huis. Naast een badkamer heeft het souterrain drie kamers: onze slaapkamer, de logeerkamer en een kamer die over is. Dat is nu mijn werkplek. De ruimte ligt op het zuiden en er komt zonlicht binnen. Toch heb ik er standaard van die halve handschoentjes liggen en ik draag altijd een fleecejasje. En dan goed doorwerken om warm te blijven. Sinds kort heb ik ook een infrarood verwarmingsposter met daarop de afbeelding van een kitten. Die kan ik in het stopcontact steken en de straling zorgt dan voor plaatselijke verwarming. Ik moet dat nog wel finetunen want bij de eerste keer werd ik aan een kant heel warm, als een gril bijna, terwijl ik aan de andere kant koud bleef.

Ik werk aan een oude eettafel van mijn broer, met bijpassende stoelen. Het is een gewone tafel met een gewone stoel. Niet heel ergonomisch verantwoord, maar ik heb wel zo’n wiebelkrukje. Meestal ligt een van onze twee katten naast mij op een stoel te slapen. Heel gezellig. We hebben een lapjeskat en een zwarte. Eerst zaten ze boven bij mij en nu zijn ze me gevolgd naar het souterrain. Op de tafel staan twee schermen. Dat vind ik handig. Op het ene scherm weerkaarten en op het andere scherm de tekst. Van mijn toetsenbord is laatst een steun gebroken en daarom leunt die tijdelijk op een boekje over Tasmaanse zoogdieren. Ik ben ooit een maand in Tasmanië geweest en je ziet daar de meest fantastische zoogdieren, zoals de wombat en het vogelbekdier.

‘Zo’n extra kamer wordt snel een plek waar je spullen stalt’

Schuin tegenover de verwarmende kittenposter hangt een foto van lichtende nachtwolken. Het is een foto van fotograaf Karin Broekhuijsen, een vriendin met wie ik veel samenwerk. Op de grond staat een doosje met een printer erop en op de hoek van de tafel liggen allemaal meteospullen. Zo’n extra kamer wordt snel een plek waar je spullen stalt. Er staan ook een schoenenkast en boeken waar je niet veel mee doet, een ventilator en lp’s. Ik kan Bronski Beat draaien als ik dat wil. Bij mijn radiopraatjes over het weer is akoestiek belangrijk. Toen ik afgelopen zomer weerman Roland van der Zwaag verving bij RTV Drenthe heb ik in de woonkamer tuinkussens op de stoelen naast me gezet. In het souterrain hoor je gelukkig weinig geluid van buiten. De straat heeft lang open gelegen voor het riool en dat gaf veel herrie. Ik heb toen een goede noise cancelling koptelefoon gekocht, want het was bijna niet meer te doen. Dat is ook een van de redenen waarom ik naar het souterrain ben gegaan.

Mijn werkplek hoeft niet superfijn op orde te zijn. Als je net zelfstandig ondernemer bent, kun je beter simpel beginnen. Ik heb nooit het idee gehad dat ik alleen goed kan werken in een goed kantoor. Een prachtige werkplek betekent ook niet dat het werk automatisch naar je toe komt. Het moet een beetje een schappelijke ruimte zijn waar je je goed kunt concentreren. Maar het hoeft niet op en top te zijn. Je moet iets te wensen houden en dat houtje-touwtje is ook wel leuk. Nu staan al mijn weerboeken nog boven, die haal ik misschien wel naar beneden. Maar ook dat moet niet. Ik moet voor volgend jaar wel een grotere agenda kopen. Eentje met een dagplanning. Ik schrijf alles netjes op maar als ik meerdere opdrachtgevers heb met verschillende deadlines is het soms een beetje chaotisch.

‘Ik neem mijn ontbijt altijd mee naar mijn werkplek’

Toen ik bij MeteoGroup werkte, moest ik meestal om 4.40 uur op. Nu is het veel later, rond kwart voor zeven. Dan ga ik meteen naar mijn bureau om naar weerkaarten te kijken en te bedenken waar ik mijn weerverhaal van de dag over kan schrijven. Ik schrijf weerberichten voor RD en NRC. De RD “zakt” rond 10.30 uur, zoals dat heet. Ik vind het leuk om in de ochtend een bericht te schrijven, met nieuwe modelinformatie, dat aan het eind van de middag bij de lezers is. Mijn dag begint dus redelijk gestructureerd. Ik neem mijn ontbijt altijd mee naar mijn werkplek. Dat zou ik wellicht anders moeten doen. Om half zeven opstaan bijvoorbeeld en dan eerst een kwartiertje ontbijten met de krant. Maar het stoort me nu nog niet.

Na anderhalf uur schrijven ben ik klaar met mijn kranten. Het is dan half negen en dan begint de rest van de dag. Ik schrijf dan nog een artikel voor een ander blad of werk aan andere klussen. Dat is heel verschillend. Het kan ook zijn dat ik om negen uur naar een deelnemer ga van mijn Humanitas-werk. Sinds begin dit jaar help ik als administratiemaatje mensen om inzicht te krijgen in hun geldzaken. Dat is op wisselende tijdstippen, afhankelijk van wanneer mensen kunnen. Zelf ben ik nog super flexibel. In de middag ga ik vaak verder met mijn studie schuldhulpverlening. Budgetteren vind ik leuk maar het ontrafelen van alle wetgeving is best ingewikkeld. Toch vind ik ook dat interessant omdat het buiten mijn eigen scope is.

‘Een vaste opdracht geeft een fijne structuur’

Ik werk elke dag van de week, behalve op zaterdag. Op zondag moet ik ook een stukje schrijven voor de krant van maandag. Zo’n vaste opdracht geeft een fijne structuur. Bijna alles wat ik doe, is op dit moment gerelateerd aan weer en natuur. Meteorologie, natuur en milieu, dat zijn mijn specialiteiten. Om aan nieuwe klussen te komen, probeer ik contacten warm te houden en nieuwe lijntjes leggen. Het leukste van mijn werk vind ik dat het nu spannend is. Ik weet niet hoe het eruit komt te zien. Voorheen wist ik: ik sta hier en wil daar naartoe. Ik had het doel helder voor ogen en kon er in een rechte lijn naartoe. Die lijn gaat nu krommer en het doel is ook niet heel duidelijk. Je weet ook niet wat er op je af komt, zeker nu met corona. Go with the flow, denk ik dan maar.

De route kan niet direct naar het eindpunt omdat dat vager is. Af en toe geeft dat me wel stress. Dan zeg ik tegen mijn vriend: ‘zal ik weer in loondienst gaan, dan heb ik in ieder geval pensioen’. Hij staat achter me en vindt dat ik rustig dingen moet opbouwen en het een kans moet geven. Het pad is slecht zichtbaar en kronkelig, maar dat is ook wel grappig. Mensen vragen me wel wat ik wil en dan geef ik nu toe dat ik het niet goed weet. Hopelijk is dat over een paar jaar anders. Tot die tijd ga ik niet afwachten, maar ik beuk er ook niet in met visitekaartjes. Mensen weten dat ze bij mij terecht kunnen voor kennis, kunde en loyaliteit. Ik doe alles altijd met volle inzet en ben perfectionistisch. Ik vaar nu mijn eigen koers en moet zelf druk en tegendruk geven. Daarmee heb ik ook meer de regie, ook al heb je die heel vaak niet. Het ontwikkelt zich en daar heb je de ene dag meer zin in dan de andere. Het is stoeien in een leerproces.’

Vergelijkbare verhalen