Ton Vogels | schrijftrainer

Van zolderkamer naar trainingslocatie

Volgens Ton Vogels is het geheim van een goede tekst hoeveel tijd je neemt vóórdat je een letter op papier zet. De tijd om na te denken, te structureren, te ordenen, het dorre hout van je boodschap te kappen en de metafoor te vinden die het verhaal duidelijk maakt. Ton is schrijftrainer, copywriter en communicatieadviseur. Hij studeerde Nederlands en volgde de Schrijversvakschool. Als communicatieadviseur werkte hij onder meer bij de gemeente Nijmegen, bureau Loo van Eck en het Radboudumc. In de tussentijd schreef hij naast talloze zakelijke teksten ook twee romans. Meer weten? Kijk op tonvogels.nl

Ik geef voornamelijk schrijftrainingen, veel in de zorg. Bijvoorbeeld in ziekenhuizen, maar ook bij KLM, een architectenbureau of een taxatiebureau. Het kan eigenlijk van alles zijn. Soms schrijf ik zelf ook nog teksten, meer journalistieke teksten waarin ik meer vrijheid heb. Onlangs heb ik nog een boek gemaakt voor de studie Diergeneeskunde. Daarvoor heb ik dierenartsen geïnterviewd. Dat vond ik heel leuk om te doen.

Inmiddels werk ik ongeveer zes jaar voor mezelf. Daarvoor heb ik als communicatieadviseur bij het Radboudumc gewerkt en tien jaar bij een communicatiebureau. In die tien jaar gaf ik ook al veel schrijftrainingen, dus dat heb ik altijd al gedaan. Ik combineerde het met creatief schrijven. Zo heb ik twee romans geschreven. Die combinatie heb ik altijd heel leuk gevonden: zelf bezig zijn met teksten, maar ook andere mensen helpen om zelf helder of creatief te schrijven.

‘De externe werkplek kan fijn zijn als de kinderen thuis zijn’

De schrijftrainingen zijn meestal op locatie, in het hele land. Waar ik verder werk, wisselt. Nu zit ik vaak thuis op zolder te werken, maar ik huur ook een externe werkplek bij mij om de hoek. Dat kan fijn zijn als de kinderen ’s middags thuis zijn. Ze weten dat ik hier aan het werk ben, maar qua energie is het soms lastig om dan goed te focussen. Het is ook lekker om echt ergens anders heen te gaan.

De zolderkamer heeft een mooi uitzicht op groen in de wijk. Mijn werkruimte is ongeveer drie bij drie meter en ik heb hem efficiënt ingedeeld met wat creatieve dingen, een flipover en een bureau. Het bureau heb ik ooit bij IKEA gekocht, redelijk nieuw en zwart. Op het bureau staan mijn laptop en een extra beeldscherm. Voor dat beeldscherm heb ik een extra camera gekocht. Voor online trainingen was het handig om echt goed beeld te hebben in plaats van alleen de laptopcamera.

‘De studies en schilderijtjes geven mijn werkkamer iets atelierachtigs’

In mijn werkkamer staan vooral boeken en werkgerelateerde dingen zoals een flipover, omdat ik heel veel teken in die trainingen die ik geef. In coronatijd heb ik ook wel online trainingen gegeven. Toen was het ook handig om online mee te tekenen. Naast de flipover staan een hoop stiften en andere dingen. Ik schilder af en toe en er hangen ook wel wat studies en schilderijtjes die beneden geen plek kregen.

Zo heb ik een schilderij nagemaakt van de Amerikaanse schilder Hopper. Het heet Second Story Sunlight, zonlicht dat op de tweede verdieping valt. Ik vind dat een mooi schilderij met fraai kleurgebruik. Het is voor mij een leuke oefening om dat na te schilderen, maar nu staat het eigenlijk een beetje oneerbiedig in een klein hoekje van mijn werkkamer. Ik moet er nog een plek voor vinden. Samen met de studies die ik tijdens de schilderles maak, geeft het de kamer ook iets atelierachtigs.

Mijn werkkamer is verder redelijk opgeruimd, maar heeft ook wel een hoop bakjes met stiften enzo. En blaadjes, zodat ik altijd aantekeningen kan maken of kan tekenen. Een opgeruimd bureau vind ik prettig. Aan het eind van de werkdag geef ik alles zo goed mogelijk weer een plek. Het is een fijne manier om de dag af te sluiten, als het werk is gedaan. Ik kan de volgende ochtend opgeruimd beginnen en de dingen erbij pakken die ik dan nodig heb.

‘Schrijven doe ik het liefst in de ochtend’

In een week ben ik meestal een of twee dagen op pad voor trainingen. Dan neem ik een tekenkoffer mee en ga het hele land door. Op de dagen dat ik thuis werk, begin ik ’s morgens vaak met de dingen die focus vragen. Meestal breng ik om kwart over acht eerst de kinderen naar school, hier in de buurt. Ze zijn tien, negen en zes jaar oud. Allemaal basisschoolleeftijd dus. Schrijven doe ik het liefst in de ochtend. Daar begin ik altijd mee.

In de middag beantwoord ik mails, doe mijn administratie of werk wat dingen uit van een training. Ik probeer een werkdag altijd te combineren met iets anders, bijvoorbeeld sporten. Ik zit nu bij de The Kettlebell Club; een uurtje met gewichten en oefeningen in een groep. Het zit in de buurt en iedere dag hebben ze veel tijden waarop je terecht kunt. Ik ga bijvoorbeeld ’s morgens om negen uur, maar ook wel om vijf uur in de middag. Dat vind ik lekker na een werkdag. Je zit dan toch vooral in je hoofd en kunt om vijf uur nog even lekker licht bezig zijn.

Of ik ga in de middag op de andere werkplek zitten. Dat vind ik ook lekker qua afwisseling en gezelligheid. Het klinkt allemaal luxe, die afwisseling in verschillende plekken en verschillende werkzaamheden. Ik vind andere plekken gewoon fijn. In de tijd dat ik mijn roman schreef, deed ik dat bijvoorbeeld in de leeszaal van de universiteitsbibliotheek. Daarmee had ik weer een andere plek. Een andere omgeving werkt heel goed voor mij. Het zorgt voor creativiteit. Ik vind daar nieuwe energie en nieuwe mensen.

‘In de ochtend ga ik soms met koffie in de voortuin zitten’

In de avond werken komt weinig voor. Toevallig had ik twee weken geleden een avondtraining. Dat was voor onderzoekers die zich drie dagen hadden opgesloten in een vakantiehuisje om aan een proefschrift te werken. Die heb ik ’s avonds van zeven tot negen in dat huisje een soort training gegeven, maar dat is echt een uitzondering.

Alleen koffie zit redelijk aan een vaste tijd. Ik drink meestal ’s morgens drie bakjes koffie: bij het ontbijt, dan rond half tien en om elf uur nog een keer. Daar zit toch een soort ritme in. Als ik thuis werk, ga ik ’s ochtends soms op ons bankje in de voortuin zitten. In een hoekje bij de trampoline zit je heel beschut in de zon. Ik vind het heerlijk om daar ’s morgens koffie te drinken, zelfs als het eigenlijk te koud is. Thuis lunch ik rond half een. Op de externe werkplek lunchen we met z’n allen rond twaalf uur. Soms spelen we daarna nog een potje pingpong.

Vergelijkbare verhalen