Marieke Bos | tekstschrijver

Van blindtypen naar vogels spotten

Marieke Bos ontdekte haar schrijftalent per toeval tijdens het schrijven van de eindscriptie voor haar studie commerciële economie. Bij de Delftsche Courant vond ze een schrijfbaantje als sportverslaggever. Na haar studie ging ze aan de slag bij een uitgeverij van vakbladen. Bij een communicatieadviesbureau maakte ze kennis met alle denkbare tekstgenres en communicatiemiddelen. Met alle bagage durfde ze in 2007 haar eigen bedrijf op te richten. Ze vaart nog steeds haar eigen koers en weet vooral veel van waterveiligheid. Marieke woont in Scheveningen, samen met vriend Frank en drie zonen van 15, 17 en 18 jaar. Meer weten? Kijk op mariekebos.com.

Tijdens mijn laatste baan in loondienst heb ik gewerkt aan teksten voor het project Ruimte voor de rivier van Rijkswaterstaat. Dat vond ik interessant en het lag me goed. Ik heb daarna als zelfstandig tekstschrijver en tekstadviseur veel klussen gedaan in de waterwereld, van het maken van projectboeken over dijkversterkingen tot het redigeren van het Deltaprogramma.

Nu heb ik water(veiligheid), dijken en natuur als expertise. Door ergens ervaring in op te bouwen, krijg je vanzelf een niche. Het is fijn voor opdrachtgevers als je ergens kennis van hebt. Ook circulariteit, duurzaamheid, natuur, inclusie en diversiteit zijn thema’s waar ik over schrijf. Allemaal niet heel weloverwogen keuzes, maar onderwerpen die op mijn pad zijn gekomen. Ik vind het leuk en verdiep me erin. Zo ben ik erin gerold.

‘Een mail goed lezen vind ik al lastig als mensen een gesprek voeren’

Piramideschrijven is een stokpaardje van me. Met schrijven ben ik een structopaat; ik vind het fijn als er structuur in teksten zit. Dat probeer ik ook over te brengen in tekstadvies. Mijn werkdagen zijn chaotischer. Recent heb ik voor het eerst een interim klus gedaan en zo kwam ik sinds vijftien jaar weer eens op een kantoor, in een werkruimte met meerdere mensen. Het was best lastig werken met anderen op een kamer. Een mail goed lezen vind ik al lastig als mensen een gesprek voeren! Als ik iets geconcentreerd moest lezen of schrijven, trok ik me terug in een aparte ruimte.

Kantoorfoto’s: Frank van Leeuwen

Op mijn eigen kantoor in bedrijfsverzamelgebouw De Stadhouder in Den Haag heb ik een ruime kamer voor mezelf, van ongeveer drie bij vier meter. Dat is mijn hok sinds 2017. Daarvoor werkte ik thuis aan de keukentafel, maar dat werd steeds lastiger met drie zonen. Toen ze naar de middelbare school gingen, konden ze plots thuiskomen tijdens een tussenuur en met vrienden ragout gaan maken in de keuken. Ik dacht dan ‘Wat doen al die kinderen in mijn kantoor?’ Mijn administratie doe ik nog steeds aan de keukentafel, maar echt concentreren lukt daar niet.

‘Soms ben ik in de ochtend heel scherp en wil iets meteen uitwerken’

Ik werk vier tot vijf dagen per week. Eigenlijk ga ik elke dag wel even naar mijn werkplek. Het is tien minuten fietsen en een half uurtje lopen vanaf huis. De laatste tijd probeer ik meer te wandelen. De begintijd van mijn werkdag hangt af van afspraken. Zonder afspraken ben ik er meestal rond tien uur. Als ik een interview heb om negen uur, moet alles ’s ochtends wat sneller. Ik werk niet volgens vaste patronen. Ik heb een periode gehad van veel sporten in de ochtend. Dat doe ik nu weer meer ’s avonds. Soms ben ik in de ochtend heel scherp en wil iets meteen uitwerken. Dan eet ik een boterham achter mijn bureau en vergeet te wandelen. Als het druk is, ga ik langer door.

Soms kan ik ook dagen lummelen en wandelingen maken. Ik heb een fijne koffietent ontdekt in de buurt en daar ga ik dan een bakkie doen. Lummelen kan heerlijk zijn. Een beetje googelen, dingen opzoeken, in boeken kijken en me helemaal verliezen in wat ik wil doen. Procrastineren kan heel goed zonder deadline, maar ik doe het ook als ik wel een deadline heb. Dan ga ik soms juíst lummelen, haha. Ik kan enorm uitkijken naar niets doen en als het zover is, vrij snel behoefte hebben aan werk. Gelukkig heb ik nooit echt rustige perioden.

‘Ik vind dat je als tekstschrijver blind moet kunnen typen’

Op het moment teken ik veel vogeltjes tijdens het lummelen. Ook tuinieren doe ik graag. Ik ben veel met planten bezig. Met een STAP-budget ben ik zelfs gestart aan een basisopleiding Bos- en natuurbeheer. Eerder ben ik met een vriendin begonnen aan een cursus Lindyhop, en ook roeien heb ik een tijd gedaan. Mijn bureau is nu vrij rommelig met allemaal kleurstiften vanwege een cursus Blindtypen. De cursus is heel associatief. Zo moet ik mijn linker pink rood maken op de A van Aardbei en rond de Q en Z zit een heel verhaal.

Elk jaar probeer ik opnieuw blind te leren typen. Dan volg ik een gratis cursus en houd het een maand vol, tot ik het weer op mijn eigen manier ga doen. Als tekstschrijver moet je dat kunnen, vind ik: blindtypen. Ik schaam me als mensen zien hoe ik tik. Bij de nulmeting bleek ik een goede aanslag te hebben, maar het staat zo knullig als je niet goed kunt typen. Ik wil me voortdurend blijven ontwikkelen, anders wordt het maar saai. Tegelijkertijd zou ik meer focus willen hebben, want ik maak niet veel af. Met werk is het gelukkig anders. Dat moet af en daar ben ik heel gedisciplineerd in.

‘Mijn stellage met tijdschriften en boeken is behoorlijk verouderd’

In mijn kantoor staan een heleboel planten, wel een stuk of vijftien. Ook heb ik een groene wand met prikborden. Daarop zit onder meer een sticker met ‘Als dat maar fout gaat’ van het Instituut van Faalkunde en een kaartje met alle waterschappen in Nederland. Aan de muur hangt ook een schilderij van een familieboerderij van mijn vader in Groningen, waar hij in de oorlog verbleef. Het herinnert me aan mijn vader, die vorig jaar is overleden. Het hing er al eerder, maar dat maakt het nu extra mooi.

Voor het raam staat een uitklapkastje voor de naaispullen van mijn moeder. Ik heb daar plantjes in gezet. Aan de muur hangt ook nog een schilderijtje van een schip, dat ik ooit in Scheveningen kocht tijdens vlaggetjesdag. En ik heb een stellage met tijdschriften en boeken. Behoorlijk verouderd allemaal, want tegenwoordig wordt er niet veel meer gedrukt. In de boekenkasten staan verder vakliteratuur en boeken van mijn vader. Geschiedenisboeken, fotoboeken, boeken over planten, gedichten van Vasalis en een boek van Geert Mak. Mijn vader was een belezen man met een brede interesse.

‘Als ik denk een vogel te zien, vergeet ik alles om me heen’

Meestal neem ik mijn lunch mee van huis en soms eet ik samen met mijn overbuurvrouw. Zo dwingen we elkaar om pauze te nemen. Dat is goed, maar ook moeilijk als je ergens net lekker in zit. Tussen vijf en zeven zet ik mijn computer uit. Soms vergeet ik de tijd, dan is het opeens zeven uur. Meestal kookt mijn vriend, vooral tijdens de interim klus deed hij dat vaak. In de avond werk ik alleen als iets spoed heeft, of als ik even iets wil uitzoeken. Maar ik beperk dat tot een minimum.

De omgeving van het bedrijvenverzamelgebouw is heel rustig. Vanuit mijn kamer heb ik uitzicht op de parkeerplaats, die behoorlijk groen is met bomen en struiken en veel vogels. Van vogels word ik blij. Ik vogel inmiddels ook al best lang, meer dan een jaar nu. Als ik in een gebied met vogels ben en ik denk er een te zien, dan vergeet ik alles om me heen. Het verlaagt stress en het brengt me direct in een vrolijke stemming. De hop is mijn lievelingsvogel, een zeldzaam exemplaar. Met de Lindehop-vriendin ben ik er helemaal voor naar De Extremadura in Spanje gegaan. Daar was-ie in geen velden of wegen te bekennen. En hier heb ik gewoon een exemplaar gespot in Moerwijk, langs een drukke weg, op een schapenveldje. Magnifiek, mijn week kon niet meer stuk.

Links: tekening van een hop (met citaten van Hans Dorrestein), rechts: hop met schaap (foto: Michel Mees Photography)

Vergelijkbare verhalen