Michel Mees | fotograaf

Van kleedkamer naar torenkamer

Michel Mees sleept z’n cameratassen al meer dan 20 jaar langs poppodia, hotels en paleizen. Met muziek als zijn grote liefde is het niet meer dan logisch dat hij ooit begon met het fotograferen van beginnende bandjes. Tijdens zijn opleiding op de Haagse fotoacademie meldden de eerste bladen zich al voor zijn foto’s. Hij heeft veel beroemde artiesten voor zijn camera gehad, zoals Debby Harrie, Alice Cooper, Tiësto en The Notorious B.I.G.. Ook maakte hij ooit een portret van Prins Bernard. Inmiddels werkt hij vooral voor bedrijven, culturele instellingen en overheden. Kijk op michelmees.nl om meer van zijn werk te zien.

Ooit ben ik begonnen als popfotograaf voor muziekbladen, vanuit de liefde voor muziek. Daar ga ik nu nog af en toe voor op pad, maar lang niet meer zoveel als vroeger. Veel bladen waar ik voor werkte zijn inmiddels ter ziele, en zelf ben ik ook ouder. Ik wil niet meer om vier uur ’s nachts voor een kleedkamer staan wachten. Als fotograaf zit ik nu meer in de zakelijke hoek. Ik maak portretten voor bedrijven, ontwerpbureaus en overheden, maar ook reportages op congressen. Ik vind een combinatie van opdrachten leuk.

Ambtenaren en CEO’s zijn vaak drukbezette mensen, net als artiesten. Ze hebben niet veel zin of weinig tijd en de locatie kun je vaak niet kiezen. Door mijn muziekervaring ben ik gewend om te improviseren en ik kan in een minuut een foto maken, als het moet. Ik fotografeer vooral op locatie. Een fotostudio heb ik wel gehad, maar daar deed ik te weinig mee. Het leuke van een locatie is dat je die kunt laten meedoen in een foto. Het kan overal zijn, van een drukke straat tot een verlaten industrieterrein. Soms spreek ik af op een speciale plek, maar mensen met een volle agenda krijg ik nog net mee naar buiten. Tijdens de fotoshoot ontspannen ze vaak wel en zijn dan minder gehaast.

‘Ik vind het handig om tussendoor een wasje te doen of soepje te maken’

Ik heb een tijdlang gewerkt in een verzamelpand met een aantal creatieven. Sinds een jaar of acht werk ik weer vanuit mijn huis in Den Haag, een groot appartement dat ik deel met mijn vrouw, kind en kat. Prettig aan thuiswerken is dat je dingen kunt combineren. Ik vind het wel handig om tussendoor een wasje te doen of een soepje te maken. Dat is anders als je naar kantoor buitenshuis gaat. Dan kun je ook allerlei dingen vergeten mee te nemen.

In huis heb ik een kamer van ongeveer drie bij drie meter ingericht als kantoor. We noemen het altijd de Torenkamer, omdat het een hoek is in ons appartement met ramen aan twee kanten. Vanachter mijn computer kijk ik uit op de gracht, maar meestal is het rolgordijn dicht. Het bureau waar mijn vrouw soms hobbymatig knutselt, heeft uitzicht op de straat. We zitten zelden tegelijk te werken. Op mijn bureau staan mijn computer, printer, scanner, harde schijven en speakers. Ik wil goed muziek kunnen luisteren tijdens mijn werk.

‘Ik hoef niet altijd het nieuwste van het nieuwste te hebben’

In een grote kastenwand staan mijn negatievenarchief, nog meer harde schijven, een stereo-installatie en administratie. In een andere kamer staan mijn platencollectie en fotoapparatuur. Het is een combinatie van opslaghok en man cave. Ik heb verschillende camera’s. Ook analoog, uit nostalgisch oogpunt. Voor opdrachten heb ik één werkcamera, één reservecamera en één klein reiscameraatje. Ik hoef niet altijd het nieuwste van het nieuwste te hebben. Als het werkt, dan werkt het.

Meestal sta ik ’s ochtends op rond acht uur, soms vroeger. Ik heb heel wisselende werkdagen en werk soms ook in weekend. Mensen bellen vaak allemaal tegelijk. Dagen heb je niets te doen en dan moet alles op één dag. Afspraken plan ik het liefst na de spits, rond elf uur of in de middag. Ik heb een hekel aan files en neem zoveel mogelijk de trein. Dat vind ik duurzaam en ontspannen. Het is ook stressvol als ik midden in Amsterdam moet zijn met de auto. Vaak heb ik teveel apparatuur mee voor de trein, maar ik kan ook heel licht reizen met een kleine camera en kleine flits.

‘Als ik thuiswerk, zet ik na het ontbijt mijn computer aan’

Na een dag fotograferen ben ik een dag bezig om alles uit te werken. Als ik thuiswerk, zet ik na het ontbijt mijn computer aan en ga aan de slag. Soms heb ik de foto’s van de dag ervoor al ingeladen. Daar ben je wel even zoet mee, want je moet alle bestanden namen en tags geven. Vervolgens ga ik foto’s selecteren. Bij portretten stel ik er meestal een stuk of tien voor aan de klant en die mag dan kiezen. Soms hak ik de knoop door en zeg: dit is het. Bij een reportage selecteer ik meer foto’s; van vijfhonderd foto’s ga ik naar ongeveer veertig foto’s. Dat gaat redelijk snel.

Koffiedrinken en lunchen doe ik tussendoor. Soms blijf ik te lang achter het scherm zitten, dan moet ik even naar buiten voor een korte wandeling, kop koffie met iemand of boodschappen. Daarna kan ik weer verder. Tegenwoordig zet ik mijn computer uit als ik klaar ben met werken. Dat deed ik vroeger niet. Toen stond alles altijd aan, ook alle randapparatuur. Op jaarbasis verbruik je hiermee veel energie, dus dat doe ik niet meer.

‘Het is de grootste nachtmerrie dat je alle foto’s kwijtraakt’

Als ik twee fotografiedagen achter elkaar heb, maak ik in de avond de geheugenkaartjes leeg. Het is de grootste nachtmerrie voor een fotograaf dat je alle foto’s overschrijft en daarmee kwijt bent. Gelukkig is dat bij mij nog nooit gebeurd, maar ik heb vreselijke verhalen gehoord van collega-fotografen. Je moet enige structuur en routine hebben om dat te voorkomen. Mijn werkplek is redelijk chaotisch, maar ik kan alles vinden. Als mijn bureau echt te vol wordt, dan neem ik de tijd om het even strak te trekken.

Ik ben een echte snoeper en probeer te vermijden dat ik in de verleiding kom. Soms ga ik onderweg in de fout. Als ik moet tanken, is het vaak lastig om geen snoep te kopen. Verder ben ik een veelvraat qua muziek. Ik ben verslingerd aan vinyl en draai ’s avonds vaak platen. Dan ben ik echt in de muziek. Tijdens het werk luister ik meestal naar nieuwe muziek op Spotify of muziekwebsites.

‘Wandelen is ideaal om echt goed naar iets te luisteren’

Waar ik naar luister, hangt af van mijn bui. Soms luister ik een hele ochtend naar klassiek, soms is het keiharde techno. Ik werk geconcentreerd, maar kan ook prima een podcast luisteren tijdens fotobewerking. Bij mijn boekhouding of het maken van een offerte heb ik meestal geen muziek op staan, of iets rustigs. Bij een muziek-fotoshoot luister ik van tevoren altijd even naar de muziek van een artiest. Wandelen is ideaal om echt goed naar iets te luisteren. Op kantoor is het meer op de achtergrond. Ik kan ook echt voor muziek gaan zitten. In de huiskamer, of in mijn opslaghok/man cave.

Vergelijkbare verhalen